Hard was zijn stem,
toen hij de geallieerden waarschuwde:
de Duitsers zijn er klaar voor!
Harder was zijn stem,
toen hij bij diezelfde uniformen de baas bleef.
Zijn lichaam konden ze krijgen,
zijn naam en zijn ziel niet.
Dat was van hem. Van zijn familie,
van niemand anders.
Nog harder was de stem,
die hij daarmee achterliet.
Een stem die tot op de dag van vandaag,
maar ook morgen nog te horen is.
Vanaf de Tilburgseweg tot aan Parijs,
waar zeventig jaar vrijheid,
ineens zo vanzelfsprekend niet meer is.
Waar stemmen worden overschreeuwd door angst.
Wij zijn Charlie roepen de mensen daar,
maar dichter bij huis,
waar liefde en moed altijd wachten,
roepen de mensen: wij zijn Jan de Rooij.
Daphne van Breemen