Dat je ook voor de straat kunt kiezen, omdat je van de vrijheid geniet en je jezelf gevangen voelt in een huis, weten de meeste mensen niet. Met zijn persoonlijke ervaringen hoopt voormalig dak- en thuisloze Leo van Kampen het stigma van ‘de zwerver’ te kunnen doorbreken. Hij volgt hiervoor een cursus bij het Utrechtse Imagoproject, dat voorlichting biedt over dak- en thuisloos zijn.
Door Daphne van Breemen
“Ik moet eigenlijk nog drie cursuslessen volgen, maar ze kunnen me dat certificaat nu al wel geven!” Voormalig dak- en thuisloze Leo van Kampen (63) uit Utrecht lacht trots tijdens zijn gastles aan zestien geneeskundestudenten en een farmaciestudent. Zij lachen met hem mee. “Ja, want ik kom overal hoor!”, voegt Leo eraan toe. “Sinds ik deze cursus tot ervaringsdeskundige volg, wil iedereen me hebben. Scholen, dokters, bewindvoerders en zelfs RTV Utrecht heeft een filmpje bij mij thuis gemaakt. Dat sloeg in als een bom!”
Levensverhaal opschrijven
Sinds anderhalf jaar heeft Leo een eigen huis. Ook al kwamen in het begin de muren op hem af, nu kan Leo niet meer zonder zijn paleis, zoals hij zelf zegt. De Tussenvoorziening adviseerde hem zijn levensverhaal digitaal op te tekenen. Dat deed hij, tot zijn computer kapot ging. Toen kwam Leo bij Fred van de Ridder terecht, die intussen zijn begeleider is. Fred knapte voor hem een laptop op en zei dat hij eens kennis moest maken met iemand van het Imagoproject, waarbij Fred zelf coach is.
Beleid veranderen
Via dit Imagoproject, dat voorlichting biedt over dak- en thuisloosheid en de achtergronden van cliënten, vertelt Leo zijn levensverhaal aan studenten, beleidsmakers, bewindspersonen en artsen. Niet om een zielig verhaal te verkondigen of om de vooroordelen over dak- en thuislozen te bevestigen. In tegendeel. Hij wil de ogen van de beleidsmakers en bewindspersonen openen. “De gemeente zegt bijvoorbeeld: ‘We gaan je helpen’, maar dat doen ze niet”, legt hij aan de zaal uit. Een student steekt zijn vinger op: “Wat moet de gemeente dan doen?” “Beloftes nakomen”, antwoordt Leo beslist. “Sommige daklozen worden uit opvangtehuizen geschorst, omdat ze roken of drinken. Ze moeten dan vier dagen wegblijven. Daarmee maak je het erger. Práát met ze, vraag waarom ze roken of drinken.” Een ander voorbeeld is nalatigheid. “Bewindspersonen zeggen toe dat ze op een bepaalde dag geld naar me overmaken, kijk ik op mijn rekening: staat er niets bij. Dan bel ik en moet ik horen dat er iets fout is gegaan. Dat moeten ze mij meteen laten weten.”
Kapotte benen
Als een studente Leo vraagt wat hem zo aansprak aan het leven op straat, antwoordt hij ‘dat als het aan hem had gelegen, hij daar nog steeds liep’. Hij wijst naar buiten: “Zoals nu, lekker in het zonnetje! Iedere dag is anders; daar hield ik van.” Het was Leo’s slechte gezondheid die hem dwong het straatleven op te zeggen. “Mijn benen waren kapot van al het lopen. Ik heb 37 jaar gezworven. Ik had drie zwarte tenen en dat ging bijna door tot aan mijn knie.” Via de Utrechtse Tussenvoorziening, die opvang, woon- en financiële begeleiding biedt aan kwetsbare mensen, kwam Leo bij de dokter terecht. “Ik bleek suikerziekte te hebben. Mijn been moest er bijna af, maar gelukkig herstelde dat. Om het niet nog eens zo ver te laten komen, had ik een huis nodig.” De Tussenvoorziening hielp hem daarbij.
Advies geven
Noemde Leo het Imagoproject voor hij eraan begon nog een hele opgave – “Ik ben al over de zestig hè”, intussen is hij blij met de voordelen. Hij praat voor hele groepen, heeft zijn levensverhaal leren schrijven en het mooiste van alles volgens hem: hij helpt nu anderen met zijn ervaringen. Neem de lichamelijke kwalen. “Ik ga wekelijks naar een Bijbelgroep en daar zitten ook mensen met zwarte voeten. Tegen hen zei ik dat ze naar de dokter moeten die mij zo goed hielp.”
Gewone mensen
Voor de artsen in spé, die in de toekomst wellicht ook dak- en thuislozen zullen behandelen, heeft Leo nog een speciale boodschap. “Het zijn gewone mensen en zo moet je ook met ze omgaan”, verzekert hij. “Tuurlijk, sommige zijn vies en eten uit prullenbakken, maar dat zijn er maar een paar.” De meeste dak- en thuislozen zijn juist diegenen die tussen wal en schip vallen: door de crisis zijn ze hun baan en hun huis kwijtgeraakt en daardoor op straat terechtgekomen. Dan heb je nog de mensen die zelf voor de vrijheid van de straat kiezen. “Die lopen er keurig bij, zoals ik deed.” Ook dit is een stigma dat het Imagoproject wil doorbreken. “Niet alle daklozen zijn verslaafd. Ik ben er een voorbeeld van. Ik rook niet, drink niet en gebruik geen drugs. Dat is nieuw voor de meeste mensen.”
Leo mag dan over de zestig zijn, een droom heeft hij nog wel. “Ik wil dak- en thuislozen van de straat af helpen.”
Dit artikel verscheen op vrijdag 20 mei 2016 in Straatnieuws, de daklozenkrant van Utrecht.