We moeten meer lachen,
we moeten meer sporten,
we moeten harder werken,
we moeten gezonder eten en
vooral niet aan gisteren denken.
Maar van al die ‘moetens’ vergeet ik ‘tens’
en blijft vooral ‘moe’ bij me hangen.
Moe word ik van alles dat moet.
Want wat moet dat zijn nou net die dingen,
die we allemaal al hebben
en tegelijkertijd zovelen ook weer niet,
omdat ze het kwijt zijn of achterlieten.
Een dak boven je hoofd,
brood op de plank,
warm water uit de kraan
en een deken om je heen.
Maar waar blijft warm water,
als de kraan niet stroomt,
hoe wordt een deken warm,
als je dat met niemand delen kan.
Wat is warmte als de haard
niet wordt gestookt, als herinneringen
teruggaan naar een plek die niet meer bestaat.
Dan zal het kippenvel op je armen nooit verdwijnen.
Daarom kies ik liever liefde. Liever
dan sporten, harder werken of gezond eten.
Als we liever zijn voor elkaar heeft niemand nog
een deken nodig en is warmte overal te vinden.