Clubmoeder

Elke club of vereniging heeft zijn eigen clubmoeder. Dat is de vrouw met de liefste lach, de zachtste stem, de warmste handen en de grootste schoot. De ‘mama’ bij wie iedereen zonder problemen terecht mag en kan. Alle kinderen – van jong tot oud – zijn dol op haar. En alle ouders zijn blij met zo’n vrijwilligster.

Zo had ik zelf zo’n zes jaar lang een lievelingstrainster. Annemieke. Vroeger deed ik namelijk aan wedstrijdzwemmen. Soms fanatiek, meestal niet. Mijn lievelingstrainster wist daar alles van. Gelukkig zei ze er nooit zo veel over. Echt boos kon ze ook nooit op mij en mijn beste vriendin worden. Veel belangrijker was dat we plezier hadden in wat we deden en dat we met een lach op onze gezicht naar het zwembad kwamen. Stiekem vond ze onze streken veel te leuk.

In het zwembad waar ik drie keer in de week trainde, was het verplicht om te douchen voor je het water in ging. Dat betekende dat je na het douchen zeiknat op een bankje zat te druipen, luisterend naar de trainers die instructies gaven over welke slag en hoeveel meter we moesten zwemmen. Maar sprietjes al mijn vriendin en ik waren, hadden we het na de eerste paar minuten van zo’n uitleg al ijskoud. Dat douchen sloegen wij dan ook iedere keer gewoon over. Tot Annemieke het in de gaten kreeg. Moeders ontdekken alles. Natuurlijk. Zonder douchen kwamen we het zwembad niet meer in. Zoals echte moeder betaamt, hield ze ons dan ook in de gaten. Hadden we drogen haren, dan hadden we niet gedoucht. De oplossing was simpel: voortaan maakten mijn vriendin en ik onder de douche alleen onze haren nat. Kou lijden hoefde niet meer en een wijzende vinger van Annemieke richting de douche was ook verleden tijd.

De clubmoeder is er eentje die iedereen gelijk behandelt en die ieder kind of jongere even lief vindt. Een echte knuffelmama. Dat was Annemieke ook. Bij haar kon je altijd uithuilen, al je problemen neerleggen en niks was te gek. Ook wanneer het privé even niet lekker ging hoefde je maar te bellen en de thee stond al op de tafel nog voor je opgehangen had. Naar je eigen moeder luisteren deed je liever niet. Maar zo’n tweede moeder met al haar wijze lessen, dat was eigenlijk toch wel heel handig. Soms vraag ik me dan ook af hoe ik haar moet bedanken. En dan realiseer ik me weer dat ik zelf door moet gaan met vrijwilligerswerk. Iets betekenen voor een ander is het meest dankbare wat er is. Want als Annemieke me niet al die keren had laten verkleumen langs het bad, was ik niet die harde tante geworden die ik nu ben.

Deze column is tevens verschenen op http://www.stichtingmeo.nl.

Geef een reactie