De geluiden in het park

De grote boom in het wandelpark kent de verhalen
van de mensen, hun wensen,
de vogels en hun nestjes en
het geroezemoes van het leven in de stad.

Hoort ze aan, luistert, huivert,
ritselt nog eens met zijn bladeren,
laat een schaduw over het net gemaaide gras vallen
en houdt zich verder stil.

Ziet het net verliefde stel hand in hand,
ziet hoe een vlinder op een bloem landt.
De grote boom aanschouwt het allemaal
tot de avond valt en de mensen slapengaan.

Dan denkt de grote boom al aan morgen, aan later
als de mensen hem steeds minder zien staan,
aan zijn angst dat zijn park in de vergetelheid raakt.
Hij doet dan zelf ook een wens.

Een parkfestijn met de verhalen van de mensen,
hun wensen, de vogels in hun nestjes,
de klanken van muziek en vreugde
met op de achtergrond de geluiden van de stad.

Daphne van Breemen

Boven de daken

Ze dacht dat ze boven de daken vrij was, tussen de wolken
die, hoewel ze lager hingen dan ze zich herinnerde,
net zo snel voorbijdreven als op een warme dag in juli
als ze lag in het gras.

Meedeinen op de wolken zou ze
en vooral niet naar beneden kijken
waar het donker in de straten hing.
Want boven de daken zou ze zijn vrij zijn

tussen de van vrede zingende vogels
die de zovele krassende kraaien negeerden.
Haar vleugels uitslaan zou ze daarboven
omdat het nergens anders mocht.

Zou de zon haar dan zeggen 
dat het einde een illusie is, dat ze zich het kwaad
heeft verbeeld, de stemmen niet gehoord
en de overwinning straks zacht zegeviert?

Ze dacht dat ze boven de daken vrij was, maar ze wist niet
dat daar bommenregens uit vliegtuigen werden gelost.
Leven en lijf waren hier niet tegen bestemd
en eensklaps werd ze uit haar lijden verlost.

De zon zei niets en gaf haar,
het leed verzwijgend, enkel haar vrijheid terug.

Daphne van Breemen, 4 en 5 mei 2015

Dit gedicht verscheen ook op cjp.nl onder de naam ‘CJP doet het met dichters: Daphne van Breemen‘.