Slag om de Kapelsche Veer

In de stille polder, tussen de bomen,
de weilanden en het vergeten groen,
ligt de Kapelsche Veer, te wachten op het pontje
een bootje of een wandelaar.

En zo is iedere dag hetzelfde,
op de ene keer een briesje of het blaffen van een hond na,
maar altijd het golven van het water
met drijvende herinneringen, die niet vergaan.

Vastgelegd op zwarte plaquettes,
omlijst met rood steen,
staan daar voor altijd de namen van de mannen,
die omkwamen bij de Strijd om de Kapelsche Veer.

Deze keer was de polder stiller dan anders,
het vergeten groen vervaagd onder een grauwe laag van mist,
een bootje voer niet, geen wandelaars in de buurt,
toen vandalen hun slag sloegen.

De slag om de Kapelsche Veer
werd de slag om de gedenkplaats,
die niet werd gewonnen door de daders,
maar door de woorden, die nooit vergaan.

Daphne van Breemen

Roep om hulp

Wie helpt mij?
schreeuwde hij en er kwam geen antwoord.
Wie hoort mij?
stamelde hij en het bleef stil.

Buurvrouw rechts op haar werk,
buurman rechts eveneens.
Buurvrouw links te druk
met de zorg voor haar demente man.

Wie moet het doen,
als ik het zelf niet meer kan?
schreeuwde hij zijn straat,
zijn buurt, zijn stad in.

Het was de simpele roep om hulp
van een eenzame man,
die door gebreken
soms niet voor zichzelf zorgen kan.

Een helpende hand
is dichterbij dan je denkt,
hadden ze hem
op het gemeentehuis gezegd.

Maar waar dan?
Zijn kinderen wonen niet in de buurt.
Wat moet hij,
nu hij als gepensioneerde geen collega’s meer heeft?

Zijn stad,
die eens zo eensgezind was.
Toen de kruidenier zijn naam nog kende
en wist wat hij mankeerde.

Dezelfde kruidenier die zei:
“Ge mot naar d’n diejen van d’n diejen”
Voor hij het wist, had hij dan een verpleegster
of luisterend oor over de vloer.

Hij dacht terug aan het katholieke leven van toen.
De tijd waarin er geen duur woord
als ‘participatiesamenleving’ nodig was
om elkaar te helpen.

Hij zou er bijna elke zondagochtend weer
voor in de kerkbanken gaan zitten.
In de hoop dat er dan op de Heilige Heere na,
nog iemand is die hem ziet en hoort.

Daphne van Breemen