Jeugdsentiment

Afgelopen zaterdag was ik in de Winter Efteling. Ik waande mij weer een dag in ‘De wereld vol wonderen’, zoals de slogan in de televisiecommercial van het welbekende pretpark zo mooi luidt. De dingen die ik vroeger zo leuk vond, waren nu niets meer dan gewoon een attractie. Carnaval Festival, Fata Morgana, Pandadroom, ze raakten me niet meer zoals ze dat vroeger deden. Toch voelde ik me die dag in de Efteling weer even kind. Ik kreeg weer dat gevoel wat ik als klein meisje van zes ook altijd had, zodra ik door de poort het park in kwam.

Het sprookjesbos waar je uren kon dwalen. Op zomerdagen kon ik me hier hele middagen vermaken. De speeltuinen waar je de leukste speeltoestellen had staan. Het water waar je zelfs in kon zwemmen en natuurlijk de vliegende Fakir op het zwevende tapijt. Ademloos kon ik toekijken. Hoe kan het dat hij op een tapijt zit dat door de lucht vliegt, vroeg ik mijzelf iedere keer weer af. Verbaasd was ik en niemand kon het me vertellen. Mijn ouders hebben dan ook uren met een gapend kind naar het tapijt moeten kijken. De Efteling deed indirect ook nog iets goeds met de kinderen. Ze zorgden er namelijk voor dat afval weggooien nog nooit zo leuk werd. Holle Bolle Gijs lokte met zijn ‘Papier hier!’ ieder kind naar zich toe. Ruzies tussen broertjes en zusjes over wie wat weg mocht gooien, waren dan ook heel gewoon. Pardoes was de favoriet van iedere kleuter. Zodra hij verscheen, wilde iedereen met hem op de foto en deze vrolijke pop een handje geven. Mijn held is Pardoes nooit geworden. Mijn heldin was Nijntje.

Jeugdsentiment dus. Het blijft leuk om herinneringen op te halen aan vroeger. Het zijn vaak van die kleine dingen die het ‘m doen. Of wanneer je iets ruikt en door dat geurtje herinnerd wordt aan bepaalde momenten, bijzondere momenten die je altijd zijn bijgebleven.

Iedere keer wanneer ik een liedje van K3 hoor, moet ik terugdenken aan die keer dat ik acht jaar was en samen met mijn moeder voor het eerst naar een concert ging. Niet dat je het nou echt een concert kon noemen, maar dat doet er niet toe. Het was heel wat dat ik naar een concert van K3 ging. Veel vriendinnetjes uit mijn klas waren er ook met hun moeder. Trots dat we waren. Onze staartjes wapperden dan ook swingend mee op de maat, terwijl wij dezelfde pasjes dansten als de dames van K3.

Blijkbaar had ik iets met die Belgen, want Samson en Gert zijn me ook altijd bijgebleven. Iedere zondagmorgen stonden mijn broertje en ik op tijd naast ons bed om beneden de televisie aan te zetten en Samson en Gert te kijken. Alle liedjes konden we op den duur met ze meezingen. Dat was ook niet zo gek. We hadden een CD van het vrolijke duo in de auto liggen. Ieder ritje werd de CD plat gedraaid.

Ik vind het heerlijk om al die jeugdherinneringen er midden op de dag even bij te halen. Of wanneer ik ’s avonds in bed lig en niet kan slapen. Vroeger zei mijn moeder dan altijd: “Als je niet kunt slapen, moet je aan leuke dingen denken. Als je dat doet, val je zo in slaap.” Nu pas ik dat trucje nog steeds toe. Ik sluit mijn ogen en ga terug in de tijd. Ik ruik de kinderjaren weer. Die geur maakt veel goed en zorgt voor genoeg mooie dromen. Dromen over vroeger.